Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Stichting Zuid-Hollands Landschap voor actieplan weidevogels ondersteuning vrijwilligers voor een bedrag van € 600.000 (beleidsdoel 5.1)
Voorjaar 2019 is het Actieplan Boerenlandvogels 2019-2027 gereed gekomen. Daarin zijn allerlei maatregelen opgenomen ter verbetering van de stand van de boerenlandvogels. Daarbij zijn de weidevogelvrijwilligers benoemd als speerpunt. Voorjaar 2019 is een bestedingsvoorstel goedgekeurd waarin voor circa € 3,1 mln. aan maatregelen opgenomen waren om een start te maken met de uitvoering van het Actieplan. Hierin was een bedrag van € 100.000 opgenomen voor de betere ondersteuning van vrijwilligers in 2019 en 2020. In het bestedingsvoorstel is ook aangegeven dat wij voornemens waren om de verbeterde ondersteuning van de vrijwilligers structureel te faciliteren. Dit voornemen kwam mede voort als invulling aan motie 780 ‘Belang vrijwilligers bij weidevogelbeleid’. In 2021 hebben we opnieuw de verbeterde ondersteuning van de weidevogelvrijwilligers incidenteel mogelijk gemaakt. Met de voorliggende begrotingssubsidie geven we nu invulling aan de toezegging uit het behandelvoorstel om de ondersteuning voor langere tijd, in dit geval tot het eind van de looptijd van het Actieplan Boerenlandvogels, te regelen. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, beleidsprestatie 5.1.2 Bevorderen Biodiversiteit.
De maatschappelijke baten zijn: Het Actieplan Boerenlandvogels is opgesteld om gericht te kunnen werken aan afname van de biodiversiteit van het boerenland, met boerenlandvogels als vlaggenschip. Zuid-Holland heeft namelijk een belangrijke nationale verantwoordelijkheid voor boerenlandvogels, en dan met name weidevogels. De nationale vogel, de grutto, komt volop voor in de Zuid-Hollandse graslandpolders, maar de aantallen nemen hard af. In de akker- en bollenstreek hebben soorten als patrijs en veldleeuwerik het zwaar. Met uitvoering van het Actieplan Boerenlandvogels proberen we de achteruitgang van deze (en andere) soorten te stoppen. Voor de grutto hebben we een ambitie opgenomen om in 2027 een populatiestijging van zo'n 5% te bereiken. Daarvoor is de betere ondersteuning van de boerenlandvogelvrijwilligers essentieel.
De provincie faciliteert ondersteuning van vrijwilligers, voortzetting van een al ingerichte ondersteuningsmogelijkheden bij Zuid-Hollands Landschap. Bij de eerste keer is onderzocht wat de beste mogelijkheid was, subsidie bleek de enige optie.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 600.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Hoogheemraadschap van Rijnland voor bodemcoaches voor een bedrag van € 25.000 (beleidsdoel 5.1)
De urgentie van een toekomstbestendige landbouw is de laatste jaren toegenomen. Om een vitale en toekomstbestendige sector te behouden lijkt een ingrijpende verduurzaming van de landbouw en het landgebruik noodzakelijk. Vanuit het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt een Landbouwportaal opgezet voor het heel Rijnland, ook het Zuid-Hollandse deel. Via dit portaal kunnen agrariërs hulp inschakelen van coaches die bedrijfsadvies geven voor verduurzaming op één van de volgende thema’s:

• Erfafspoeling mineralen en nutriënten
• Duurzaam bodembeheer
• Gewasbescherming
• Voldoende Zoetwater (o.a. aanleg van ondergrondse zoetwaterberging)
• Perceel- en oeverinrichting & beheer

Een belangrijk thema voor een toekomstbestendige landbouw is bodem. De urgentie van duurzaam bodembeheer wordt steeds duidelijker. Voor het landbouwportaal moeten bodemcoaches opgeleid worden, om agrariërs die advies willen op dit thema te bedienen. De bodemcoaches worden gezocht in het gebied, zodat zij dicht bij de agrariërs staan. Ook worden ook kosten gemaakt voor de inzet van deze bodemcoaches. Door de bedrijfsadviezen van de bodemcoaches van het landbouwportaal kunnen agrariërs goed bodembeheer realiseren. Met een goed beheer van de bodem en het watersysteem en een natuurvriendelijke inrichting van erven en percelen ontstaat meer ruimte voor biodiversiteit. Biodiversiteit geeft een gezond ecosysteem voor mens, dier en plant, één van de ambities uit de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw Zuid-Holland. Verschillende organisaties dragen (financieel) bij aan de opzet en uitvoering van het Landbouwportaal voor Rijnland. Het Landbouwportaal voor Rijnland dient ook als pilot om te onderzoeken of dit provincie breed uitgerold zou kunnen worden.
De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen voor natuurbeheer in Beleidsdoel 5.1 Toekomstbestendige landbouw, Beleidsprestatie 5.1.1 Vitale landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.1.1 Vitale landbouw.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat er adviezen en hulp worden verstrekt aan agrariërs is subsidie de geëigende optie.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 25.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Nationaal Park Hollandse Duinen voor uitvoering samenwerkingsovereenkomst voor een bedrag van € 282.000 (beleidsdoel 5.1)
De duinen en de andere natuurgebieden vormen de kern van Nationaal Park Hollandse Duinen. De open ruimten in het gebied, de hoge biodiversiteit en het spectaculaire landschap geven het Nationaal Park identiteit. De kustverdediging en het duinwater waar drinkwater van wordt gemaakt, zijn deel van het fundament waarop zich een bloeiende economie heeft kunnen ontwikkelen. Dat fundament wordt versterkt door de kustplaatsen, de riviermonden met hun havens, en de strandwallen en -vlakten, waar de buitenplaatsen en de groente- en bloembollencultuur tot bloei konden komen. Al deze elementen maken Hollandse Duinen tot een park dat duurzame bescherming verdient én krijgt. De Provincie Zuid-Holland werkt met haar partners samen aan de uitwerking van het Nationaal Park Hollandse Duinen. Het kernteam wordt gevormd door: Dunea, Staatsbosbeheer, Gemeente Den Haag, de Hoogheemraadschappen van Delfland & Rijnland en de Provincie Zuid-Holland. Om de samenwerking concreet vorm te geven is in 2020 een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) afgesloten. In deze SOK zijn ook afspraken gemaakt over de financiële bijdragen van de verschillende partners. Bij de SOK is een bijlage ‘toerisme’ gevoegd waarin de thema’s zijn benoemd waarop het NPHD ook aandacht gaat geven aan toerisme, aansluitend op de beleidsambities van de provincie: Voor de provincie is het NPHD in deze regio het platform waar zij de samenwerking In het toeristisch domein wil stimuleren. Uit doelmatigheidsoverwegingen wordt deze ‘toeristische agenda’ als bijlage aan de SOK toegevoegd, en maakt een bijdrage vanuit de toerisme-portefeuille onderdeel uit van het subsidiebedrag. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen voor natuurbeheer in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, beleidsprestatie 5.1.1 Natuur en beleidsdoel 4.3 Erfgoed, cultuur en toerisme,     beleidsprestatie 4.3.1 Behoud en ontwikkeling van cultureel erfgoed en toerisme in balans met de omgeving.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.1.1 Natuur . Dit draagt bij aan het versterken van de bestaande natuurgebieden (natura 2000 en Natuur Netwerk Nederland) binnen het Nationaal park. Daarnaast zet het Nationaal park in op ‘natuurinclusieve’ ontwikkeling van andere functies binnen haar parkgrenzen.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat de provincie een bijdrage levert aan de samenwerkingsovereenkomst, is subsidie de juiste optie.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 282.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan WUR/ vakgroep milieutechnologie voor project Aquaconnect voor een bedrag van € 75.000 (beleidsdoel 5.3)
De provincie is betrokken bij diverse (onderzoeks-)trajecten op het gebied van het ontwikkelen van een duurzame, klimaatbestendige zoet-, giet- en drinkwatervoorziening. De provincie opereert hierbij in brede consortia met andere overheden, brancheorganisaties, (drinkwater)bedrijven en kennisinstellingen. De vraag naar een duurzamer en klimaatbestendiger zoetwatervoorziening is door de afgelopen droge jaren hoog op de politieke en maatschappelijke agenda gekomen. Op 8 september 2020 hebben GS ingestemd met het door Wageningen Universiteit/Milieutechnologie namens een breed consortium van partijen indienen van een subsidieaanvraag bij NWO voor het projectvoorstel Aquaconnect. In maart 2021 heeft NWO een subsidie van € 4 mln toegekend voor dit project. De subsidie is bestemd als bijdrage voor de volgende werkzaamheden:

• Het ervoor zorg dragen dat cruciale toegepaste/wetenschappelijke kennisvragen welke toekomstig succesvol zoetwatermanagement in de casus-regio in de weg staan worden opgenomen in het wetenschappelijk onderzoek van de Aio’s.
• Het verbinden van AquaConnect aan afgeronde en lopende onderzoeksinitiatieven in de regio. In het geval van Zuid-Holland gaat dit o.a. om de projecten Coastar en Water Nexus.
• Het vertalen van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek naar regio-specifieke oplossingen voor een verbeterde toekomstige zoetwatervoorziening.

De toe te kennen begrotingssubsidie wordt gedekt vanuit het ambitie 5 Versterken natuur in Zuid-Holland, onderdeel waterbeschikbaarheid en kwaliteit.
De maatschappelijke baten zijn beleidsprestatie 5.3.2 Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit.
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. De provincie deelt mee in de kosten voor grootschalig onderzoek. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 75.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan gemeente Katwijk voor Limes Bubble Barrier voor een bedrag van € 150.000 (beleidsdoel 5.3)
Vanuit het oogpunt van Waterveiligheid, kustbeleid draagt de provincie bij aan de realisatie van de Limes Bubble Barrier. De bijdrage is een eenmalige subsidie. Met de subsidie van PZH en de overige bijdragen gaat komende tijd de Limes Bubble Barrier aangelegd worden. Dit is een bellenscherm waarmee een groot deel van het drijvend en zwevend plastic uit het water wordt gehaald om zo waterkwaliteit en biodiversiteit verbeteren. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.3 Leven met water, beleidsprestatie 5.3.1 Waterveiligheid.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.3.1 Waterveiligheid
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat het een bijdrage betreft aan een gezamenlijke realisatie, is subsidie het meeste geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 150.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.68 Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 het plafond van € 1.000.000 te verhogen met € 4.995.000 naar een bedrag van € 5.995.000 (beleidsdoel 5.1)
Veel natuurwaarden zijn afhankelijk van een bepaalde vorm van beheer, zoals begrazing, maaien of het verwijderen van houtige vegetatie. Het beheer wordt uitgevoerd door diverse terreinbeheerders, particulieren en andere overheden. In een groot deel van het natuurnetwerk kunnen zij aanspraak maken op provinciale beheersubsidie vanuit de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016. Vanuit het Programma Natuur, een landelijk programma voor natuurherstel en ontwikkeling vanuit de aanpak stikstof, zijn extra financiële middelen beschikbaar om de beheervergoeding per hectare natuur te verhogen. Voorheen kregen beheerders 75% van de gemiddelde kosten van het beheer, per 2021 is dat opgetrokken naar 84%. De lopende subsidiebeschikkingen zullen hierop worden aangepast. Hiervoor is een bijstelling van het huidige plafond voor de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 nodig. Berekend is dat voor de ophoging per 2021 € 4.995.000 aan hoger plafond nodig is. De dekking wordt gevonden in doel 5.1 Gezonde Natuur. Op basis van de afspraken in het kader van het landelijke Programma Natuur komen er hiervoor middelen in het provinciefonds. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling uit. De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Natuur
Er zijn alternatieven overwogen, maar het gaat hier om gebieden die niet in de eigendom zijn van de provincie. De provincie krijgt niets geleverd, de investeringen komen ten goede aan het gebied. Subsidie is daarom het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het plafond vast te stellen op € 5.955.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.76 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 het hoofdsubsidieplafond van € 11.385.000 te verhogen met € 200.000 naar € 11.585.000 (beleidsdoel 5.1, 5.2 en 7.2); Deze verhoging is als volgt verdeeld:
Voor § 2.2 Agrarische structuurversterking voor de grondgebonden landbouw (beleidsdoel 5.2) een deelplafond voor een bedrag van € 200.000.
De urgentie van een toekomstbestendige landbouw is de laatste jaren toegenomen. Om een vitale en toekomstbestendige sector te behouden lijkt een ingrijpende verduurzaming van de landbouw en het landgebruik noodzakelijk. In lijn met de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw wordt de voorgaande subsidieregeling voor kavelruil (Subsidieparagraaf agrarische structuurversterking) beter aangesloten op de ambities voor vitale landbouw en het versnellen van en opschalen naar kringlooplandbouw. Kavelruil is in deze nieuwe regeling geen doel op zich maar een middel in de verduurzaming van de landbouw. Kavelruil is een middel in het gebiedstraject, waarbij ook andere doelen behaald moeten worden zoals verbetering biodiversiteit, waterkwaliteit, ontwikkeling weidevogelgebied en extensivering van de landbouw. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.2
Toekomstbestendige landbouw, beleidsprestatie 5.2.1 Vitale landbouw. De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Vitale landbouw.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het hoofdplafond vast te stellen op een bedrag van € 11.585.000 en deze op te nemen in de begroting.