Om de verschillende beleidsdoelen voor de ambitie te realiseren, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur
Beleidsprestatie 5-1-1 Natuur
Effect corona op realisatie van natuur
De lockdown heeft negatieve effecten op het tempo van de realisatie van natuur. Er is een negatief effect op de beschikbare capaciteit, bij zowel de provincie als bij de partners. Realisatie van natuur is een intensief proces waarbij met veel partijen wordt samengewerkt. In coronatijd gaat die afstemming moeizamer, zeker in trajecten waarin onderhandeld moet worden over bijvoorbeeld het verwerven van gronden voor natuur. Hierdoor duren processen langer en schuift realisatie naar achteren. Ook is het in coronatijd drukker in de natuur- en recreatiegebieden (zie Beleidsprestatie 7.2.1 voor een nadere toelichting). Dit leidt tot diverse bijstellingen in de uitvoering.
Realisatie Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Voor de NNN realisatie zijn er ten opzichte van de voorjaarsnota enkele kleine praktische verschuivingen, zoals de afhandeling van subsidies in 2022 in plaats van 2021, en geen beleidsmatige wijzigingen. Grootste wijziging is dat het budget voor NNN Krimpenerwaard voor grondaankopen en afwaardering in 2021 met € 2 mln naar beneden is bijgesteld. De oorzaak is dat de juridische procedure voor de vaststelling van het bestemmingsplan, waarin de natuuropgave is verwerkt, een paar maanden meer tijd heeft gekost. Hierdoor schuiven kosten voor grondverwerving en afwaardering deels door naar 2022. De realisatieplanning blijft wel op koers.
Uitvoeringsprogramma Natuur
Op 24 april 2020 heeft de Minister van LNV per brief haar ‘structurele aanpak’ van de stikstofproblematiek aangekondigd, met als onderdeel daarvan het gezamenlijk Programma Natuur van Rijk en provincies. In dit programma worden maatregelen uitgevoerd gericht op natuurversterking, in samenspraak met andere overheden, natuurbeheerders en maatschappelijke partners. Het Uitvoeringsprogramma Natuur richt zich – als onderdeel van het overkoepelende Programma Natuur – op natuurmaatregelen in en rond Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland, met de focus op stikstofgevoelige en met stikstof overbelaste natuurwaarden.
Aan de hand van de kaders die staan beschreven in het landelijke document ‘Uitvoeringsprogramma Natuur 1 hebben provincie Zuid-Holland en betrokken partners 2 gezamenlijk invulling gegeven aan de eerste fase van het Uitvoeringsprogramma Natuur Zuid-Holland. Deze eerste fase behelst maatregelen die in de periode 2021-2023 (met uitloop naar 2025) uitgevoerd kunnen worden en waarvoor met een specifieke uitkering (SPUK) middelen van het Rijk aan provincies beschikbaar gesteld worden. In de ‘SPUK-regeling’ 3 is opgenomen dat de specifieke uitkering voor provincie Zuid-Holland ten hoogste € 28,35 mln bedraagt, inclusief BTW en inclusief € 0,17 mln voor boscompensatie.
- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/12/08/uitvoeringsprogramma-natuur .
- Dunea, Federatie Particulier Grondbezit, IVN Natuureducatie, LTO Noord, Milieufederatie Zuid-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Zuid-Hollands Landschap.
- Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 april 2021, nr. WJZ/ 21105834, houdende regels voor het verstrekken van eenmalige specifieke uitkeringen in verband met de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Natuur (Regeling specifieke uitkering Programma Natuur).
Op 30 april heeft provincie Zuid-Holland als eerste provincie de SPUK-aanvraag ingediend bij het ministerie van LNV. Op 15 mei hebben we een eerste reactie ontvangen, waarin aanvullende vragen zijn gesteld, die op 17 juni zijn beantwoord. Op 22 juni heeft het ministerie van LNV aangegeven akkoord te zijn met de beantwoording en de beschikking op te stellen.
In 2021 zijn al uitgaven van middelen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Natuur voorzien, onder andere voor apparaatskosten bij zowel provincie als partners en voor de uitvoering van natuurmaatregelen die al in 2021 uitvoerbaar zijn.
Natuurbeheer in relatie tot Programma Natuur
Naast dat er, zoals hiervoor is beschreven, extra middelen voor natuurmaatregelen vanuit Programma Natuur beschikbaar komen, zijn er landelijk door het Rijk ook extra middelen beschikbaar voor een verhoging van de beheervergoeding die natuurbeheerders krijgen vanuit de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer. Afgesproken is dat de beheervergoeding gaat van 75% naar 84% van de gemiddelde standaardkostprijs voor het natuurbeheer. De landelijke afspraak is dat deze middelen per 2021 voor de beheerders beschikbaar komen. Nog dit jaar zullen de provincies daarom de lopende subsidiebeschikkingen hierop aanpassen. Voor Zuid-Holland betekent dit een verhoging van het jaarlijkse budget voor natuurbeheer met circa € 1,4 mln. Dit wordt volledig door het Rijk vanuit het Programma Natuur gedekt.
Realisatie NNN in relatie tot Programma Natuur
Vanuit Programma Natuur komen extra middelen beschikbaar om de versnelling van het NNN te realiseren. In het door PS op 16 juni 2021 vastgestelde Handelingskader NNN zijn de hiervoor noodzakelijke instrumenten beschikbaar gesteld. Dit extra budget is nog niet in de Najaarsnota van 2021 opgenomen, maar wordt verwerkt in de Begroting 2022.
Nationale Parken
Met betrekking tot de Nationale Parken verloopt de realisatie op NLDelta minder voorspoedig dan verwacht. Er wordt meer tijd genomen voor duidelijkheid vanuit het Rijk, draagvlak en samenwerking met de partners in het gebied. Een bedrag van € 0,1 mln wordt doorgeschoven naar 2023.
Beleidsprestatie 5-1-2 Bevorderen Biodiversiteit
De provincie is conform de Wet Natuurbescherming gehouden om natuurbeleid te voeren en maatregelen te treffen om het leefgebied van beschermde VHR-soorten te beschermen binnen én buiten de natuurgebieden.
Gezien de slechte staat van de beschermde soorten buiten de natuurgebieden in Zuid-Holland is een extra inspanning nodig. Hierbij ligt momenteel de focus op de natuur buiten NNN, waaronder het stedelijk gebied.
Bij de decentralisatie van het natuurbeleid aan de provincies zijn echter geen extra (structurele) middelen ter beschikking gesteld door het Rijk. Op het gebied van biodiversiteit zijn de initiatieven in Zuid-Holland incidenteel gedekt.
Bij voorjaarsnota zijn eenmalig middelen beschikbaar gesteld voor een aantal opgaven op het vlak van biodiversiteit. Concreet betreft het Bos en bomenbeleid (€ 0,25 mln), Boerenlandvogels (€ 1,5 mln), Soortenbeleid/icoonsoorten (€ 0,5 mln), Deltaplan Biodiversiteit € 0,25 mln), Bijenlandschappen (€ 0,15 mln). Deze middelen worden deels ingezet voor continuering van lopende programma’s en deels om nieuwe projecten te starten of voor te bereiden. Gezien het feit dat de middelen halverwege het jaar beschikbaar zijn gekomen, wordt een gedeelte bij najaarsnota doorgeschoven naar volgend jaar. Voor veel projecten (zoals boerenlandvogels en andere soorten) geldt immers dat de voorbereiding en uitvoering van fysieke maatregelen de nodige tijd kost en ook afhankelijk is van onder meer het broedseizoen.
Beleidsprestatie 5-1-3 Faunabeheer
De uitvoering van Wet natuurbescherming door de omgevingsdiensten vraagt veel van de omgevingsdiensten. Aantallen en complexiteit van de aanvragen is niet altijd te voorzien en de werkvoorraad is groot. Daarnaast zijn er diverse ontwikkelingen voor stikstof als soortenbescherming. Op dit moment is de inschatting dat het budget toereikend is, maar er zijn financiële risico’s.
Beleidsdoel 5-2 Toekomstbestendige landbouw
Beleidsprestatie 5-2-1 Vitale landbouw
Kavelruil
Vanuit het werkbudget landbouw wordt € 0,2 mln gereserveerd voor een subsidieplafond voor de subsidieregeling kavelruil. In lijn met de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw wordt de voorgaande subsidieregeling voor kavelruil (Subsidieparagraaf agrarische structuurversterking) beter aangesloten op de ambities voor vitale landbouw en het versnellen van en opschalen naar kringlooplandbouw. Kavelruil is in deze nieuwe regeling geen doel op zich maar een middel in de verduurzaming van de landbouw, waarbij ook andere doelen behaald moeten worden zoals verbetering biodiversiteit, waterkwaliteit en ontwikkeling weidevogelgebied.
Begrotingssubsidie Bodemcoaches
Vanuit het werkbudget landbouw wordt € 0,025 mln gereserveerd voor een project-begrotingssubsidie voor de opleiding en inzet van bodemcoaches voor individuele agrariërs via het landbouwportaal van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Door de bedrijfsadviezen van de bodemcoaches van het landbouwportaal kunnen agrariërs in Rijnland goed bodembeheer realiseren. Met een goed beheer van de bodem en het watersysteem en een natuurvriendelijke inrichting van erven en percelen ontstaat meer ruimte voor biodiversiteit. Biodiversiteit geeft een gezond ecosysteem voor mens, dier en plant, één van de ambities uit de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw Zuid-Holland. De verwachting is dat het landbouwportaal uiteindelijk opschaalbaar is naar andere regio's in de provincie.
POP3
Voor de provinciale cofinanciering op POP3 wordt het budget verlaagd voor 2021 en doorgeschoven naar 2022. Dit omdat de Europese besluitvorming over de verlenging van de POP3 periode langer duurde dan verwacht, waardoor de subsidies 6 maanden later aangevraagd konden worden. Projecten kunnen dan ook pas later starten.
Voor het onderdeel ‘NPI Water’ wordt het budget verhoogd. Met de waterschappen is besloten om met overprogrammering te anticiperen op landelijke vrijval van Europese middelen. Hier zijn geen provinciale middelen bij betrokken.
Voor het onderdeel ‘Samenwerking voor innovaties’ wordt budget verlaagd en doorgeschoven. Dit omdat innovatieve projecten inhoudelijk wijzigen, de wijziging moet door de aanvrager worden aangevraagd en aanvrager heeft pas zekerheid als op de wijziging is besloten. Hierdoor ontstaat vertraging.
Bij het onderdeel ‘LEADER’ wordt budget verlaagd en doorgeschoven. Dit komt doordat potentiële aanvragers meer tijd nodig hebben om de projecten ‘LEADER waardig’ te krijgen. Het aantal ingediende projecten blijft achter.
Beleidsprestatie 5-2-2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied)
Veenweiden
Bij onderdeel ‘Waterbeheer en bodemdaling’ wordt het budget voor 2021 verlaagd en doorgeschoven naar 2022. Aanleiding is vertraging bij de totstandkoming van het landelijke brede innovatieve veenweideprogramma, met daarin onder meer de voor Zuid-Holland belangrijke pilots ‘Boeren bij Hoog Water’ en ‘Klei & Veen’. Verwachting is dat de voorbereidingen voor de pilots pas in 2022 zijn afgerond, waarmee de nu gereserveerde gelden pas volgend jaar kunnen worden ingezet.
Impulsgelden
Bij onderdeel ‘Impulsgelden Veenweiden’ wordt het budget verlaagd van € 2,2 mln naar € 0,3 mln. Het bedrag van € 1,9 mln wordt doorgeschoven naar 2022. Belangrijkste aanleiding is dat een mogelijke aankoop van onroerend goed in 2021 niet doorgaat en verschuift naar 2022. De daarvoor gereserveerde gelden worden eveneens naar 2022 verplaatst. Voor dit jaar blijft budget beschikbaar om de in de Impulsnotitie Veenweiden Zuid-Holland (KNM, ingekomen stuk 15 juli 2020) aangegeven gebiedsprocessen op te starten.
Beleidsdoel 5-3 Leven met water
Beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid
Voor waterveiligheid wordt veel samengewerkt met andere partijen. Per jaar verschilt de inzet. Naast de reguliere inzet is in 2021 gestart met het tweede deel van de verkenning Meerlaags Veiligheid (MLV). Tevens zijn samen met andere provincies, waterschappen en veiligheidsregio’s voorbereidende werkzaamheden gestart voor de ontwikkeling van nieuwe (overstromings)modellen. De uitvoering zal in 2022 plaatsvinden.
Voor de Zandmotor wordt momenteel een evaluatie uitgevoerd, waarbij de initiële doelen worden bekeken (kustveiligheid, natuur en recreatie). Tevens wordt de bestaande Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met partijen besproken die betrokken zijn bij het beheer van de Zandmotor. Aan de overeenkomst komt formeel na 10 jaar een einde, maar omdat de Zandmotor er nog ligt (en de komende 10 jaar dat ook het geval zal zijn) moeten de bestaande afspraken worden verlengd. Het betreft met name afspraken met de Reddingsbrigades, gemeenten Den Haag en Westland over financiering van taken strandbewaking en respons op incidenten (veiligheid zwemmers en recreanten).
Voor lange termijn kustbeleid en strategie sluit de provincie aan bij het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.
Beleidsprestatie 5-3-2 Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit
Voor waterbeschikbaarheid en -kwaliteit wordt veel samengewerkt met andere partijen. Per jaar verschilt daardoor de inzet. In de Zuidwestelijke Delta wordt gewerkt aan een gezamenlijk programma dat in 2022 van start gaat. Dit jaar zijn hiervoor de voorbereidingen gestart, waardoor slechts een deel van het voorziene budget kan worden ingezet.